Scheiden doet lijden

‘Scheiden doet lijden’ is de titel van een oude smartlap maar dekt volgens mij de lading van deze rubriek. De meeste gedwongen verkopen van huizen en flats zijn een gevolg van een stukgelopen huwelijk of partnerschap, dus scheiding. De gehuurde of gekochte woning is daardoor vaak een groot twistpunt. Wie blijft en wie vertrekt? En, verkopen of niet, wie betaalt het verlies?

Bij samenwonen, geregistreerd partnerschap en huwelijk is het goed om zaken goed af te spreken. Zaken als wie de woning huurt: een of beiden. Wie de eigendom van de woning heeft en wie de hypotheeklening betaalt: een of beiden. Dat gaat ook op voor alle andere bezittingen, spaargeld, pensioen, kunst, apparatuur, fietsen, tweede huis en dergelijke. Dit legt u vast in een partnercontract, een samenleefovereenkomst of huwelijkse voorwaarden. En zoals ik altijd zeg een goed contract heb je nodig als er later zich een calamiteit voordoet, zoals scheiding, want dan heeft u spelregels hoe de zaken te verdelen. Natuurlijk is het niet leuk om als u trouwt spelregels af te spreken voor het geval u uit elkaar gaat. Maar het is noodzakelijk, leuk is anders, maar dat geldt ook voor het opmaken van een testament.

Ik spreek uit ervaring hoe rustgevend het is geweest toen ik een goed samenleefcontract had in de tachtiger jaren en de helft van het huis kon overnemen. Zo dat de ander een andere woning kon kopen. Want we hadden afgesproken dat als we uit elkaar gaan, kan een de ander uitkopen of we vertrekken beiden zo dat we het huis leeg kunnen verkopen.

Door de verslechterde koopwoningmarkt raken mensen die uit elkaar gaan hun koopwoning moeilijk kwijt en als het lukt tegen een lager bedrag dan hun hypotheeklening. Indien beiden eigenaar zijn en samen de hypotheeklening zijn aangegaan, lijkt het eenvoudig dat beiden bijvoorbeeld de helft van de restschuld op zich nemen. Een goed huwelijks- of partnercontract voorziet in zo’n situatie. Is dat er niet kunnen de meningen tegen over elkaar staan.

Onlangs las ik een uitspraak van een rechter (LJN: BY4526) die moest bij een verkoop van een flat na een echtscheiding oordelen of de voormalige echtelieden ieder de helft van de restschuld moesten betalen of niet. Want beide voormalige echtelieden moesten samen de opdracht tot verkoop geven of de andere machtigen dat te doen. Een wilde dat niet zonder voorwaarden. Deze opstandige partner wilde wel verkopen echter niet opdraaien voor het verlies, lees een deel van de restschuld. Daarmee maakte de rechter korte metten: beide echtelieden zijn voor de helft eigenaar en ook voor de helft schuldig voor de hypotheeklening. Dus moet de opstandige partner meewerken aan de verkoop van de flat en het betalen van de restschuld. Deed deze dat niet, dan zou zijn vonnis dienen als een vervangende handtekening onder de verkoopopdracht van de flat. Als dit vonnis overigens niet tot medewerking zou leiden, verbeurde diegene die in gebreke bleef een dwangsom.

Leg daarom een aantal afspraken goed vast ten overstaan van een notaris, dan hoeft u daarover tenminste geen ruzie meer te maken.

Print Friendly, PDF & Email

Wij sluiten aansprakelijkheid uit voor zover deze hoger is dan het betaalde honorarium.

Als u de bron vermeldt, mag u teksten van deze website vrijelijk overnemen.