Afgelopen week zond de Vereniging Eigen Huis (VEH) met haar gebruikelijke bombarie een persbericht naar alle media. En alle media namen dit persbericht klakkeloos over, weten zij veel. Niet gehinderd door enige kennis van o.g. holden zij achter de VEH aan, als bij jongerenvoetbal in de F-jes, waar iedereen op dezelfde helft van het veld staat.
De VEH eiste namelijk transparantie van het biedingenproces bij de aankoop van woningen. Dat lijkt me redelijk.
Echter, dan vervolgt de VEH dat er onbetrouwbare makelaars zijn en dat na overeenstemming over een koopsom, die makelaars-verkoper toch nog een hoger bod accepteren. Dat vindt de VEH een schande en alle media kakelen haar na.
Hierbij vergeet de VEH dat per 1 januari 1992 ons Burgerlijk Wetboek (BW) grondig gewijzigd is. Op de eerste plaats komt een koop van een woning tot stand na het ondertekenen van een koopcontract (schriftelijkheidsvereiste) en na afloop van de bedenktijd (alleen voor kopers). Over deze wijziging heeft de VEH flink gelobbied in Den Haag, maar weet nu van de Prins(!) geen kwaad. Kopers die bieden hetzij tot overeenstemming komen over een koopsom, moeten zich realiseren dat de koop dan nog niet tot stand is gekomen, zoals ons BW zegt.
Ten tweede vindt de VEH dat makelaars-verkoper na overeenstemming met de koper maar voor het ondertekenen van een koopcontract geen hogere prijs mogen accepteren. Dit zonder zich af te vragen wat de verkopende woningeigenaar daarvan vindt.
Voor en vlak na 1 januari 1992 onderhandelden makelaars-verkoper met diegene die aan het bieden was tot men overeenstemming bereikte of niet. In het eerste geval ging men naar de notaris of naar de makelaar om een koopcontract te ondertekenen. Men onderhandelde niet met andere aspirant-kopers tot men was uitonderhandeld zonder tot overeenstemming te komen.
Maar, daar staken diverse rechters een stokje voor. Makelaars-verkoper moesten ieder hoger bod accepteren mits dit gebeurde voor het tijdstip dat het koopcontract was ondertekend door zowel koper als verkoper. Dit is nog steeds staande rechtspraak en inderdaad kan dat tot verrassingen zorgen. De VEH is op dit punt bij het verkeerde loket: niet de makelaarsvereniging NVM gaat hierover, maar de rechter en de wetgever.
Dat er zoveel onbetrouwbare makelaars o.g. zijn, stelt althans de VEH. Nou dat valt wel mee, zeg ik puttend uit ervaring in dit vak sinds 1976. In iedere beroepsgroep vindt u rotte appels, en als je die kleine groep uitvergroot, dat VEH samen met de media handig (?) doet, lijkt het dat geen van allen deugen. Zo zit het natuurlijk niet. De VEH heeft in Den Haag er mede voor gezorgd dat makelaar geen beschermd beroep meer is, en dat de beëdiging van makelaars door de rechtbanken verviel. VEH zag dit als een overwinning in de commissie Economische Zaken in de Tweede Kamer, waar de voormalige minister J. Remkes (VVD) toen even niet oplette en voor een motie met deze strekking stemde. En, het opheffen van ‘beschermd beroep’ en de eed voor de rechter zorgden ervoor dat iedereen zich makelaar mocht noemen, terecht of onterecht. Dus nu moet de VEH niet gaan lopen zeuren over de kwaliteit van een gedeelte van de mensen die zich makelaar noemt. Oude zonden werpen lange schaduwen.
Ik vind overigens met de VEH dat de makelaarsvereniging NVM meer moet doen om het vak van makelaar o.g. op een hoog niveau te houden en zich nog meer moet onderscheiden van zogenaamde Beunhazen o.g. De selectie van leden-NVM kan volgens mij een stuk beter, lees strenger.
NB: VEH vertegenwoordigt nog geen 20 procent van alle woning/huiseigenaren van dit land.